Het klinkt als een tegenstrijdigheid, maar dat is het niet.
Het idee is eenvoudig: Bedrijven moeten een winstplafond vaststellen. Alles wat ze daarboven verdienen, wordt gebruikt voor positieve investeringen zoals onderwijs, duurzaamheid, vervuiling, verbetering van boerenprijzen, gelijke kansen, cultuur, de gemeenschap, je snapt het idee.
Wat gebeurt er nu?
Werknemers die voor zulke bedrijven werken zijn trots (purpose) en productiever, creatiever en bereid om ideeën te delen. Omdat ze blij en trots zijn, zullen ze erover praten op feestjes, via sociale media, vrienden en familie (branding van het bedrijf) en nieuwe, gelijkgestemde werknemers aantrekken.
Voor Social Media hebben deze bedrijven meer te vertellen dan alleen over hun producten of diensten. Ze kunnen hun ‘menselijke’ kant laten zien, wat beter bij het kanaal past en interessanter is, wat een positief bewustzijn creëert.
Consumenten zijn eerder geneigd om producten te kopen van bedrijven die goed doen voor de wereld en als de kwaliteit goed is, zullen ze er waarschijnlijk over praten plus er is al een verhoogde zichtbaarheid, dus de verkoop gaat omhoog.
Bottomline: tevreden mensen (werknemers, leveranciers, consumenten, belanghebbenden), verkoop stijgt, productiekosten dalen, winst stijgt…. Dus meer geld dat positief zal worden geïnvesteerd.
Met andere woorden, we moeten investeren in geluk. Het is (bijna) een perpetuum mobile.